Als je binnen een bepaalde bedrijfstak werkt dan zou dat zo zijn voordelen moeten hebben. Ik durf te wedden dat medewerkers van midden- en kleinbedrijven bij hun werkgever tegen forse korting iets kunnen aanschaffen uit het verkoopassortiment. Zo heb je dan naast je salaris een bijzonder emolument. Werk je in een winkel waar ze producten verkopen voor specifieke doelgroepen, dan heb je er als personeelslid vaak niet veel aan, maar toch.
Het wordt anders als je bij een bedrijf werkt waarvan elke medewerker het product afneemt.
Neem nu de sector waar ik in werk: de financiële dienstverlening. Iedereen heeft geld nodig, moet verzekerd zijn en heeft daardoor elke maand voordeel van personeelsregelingen.
Stiekem betekent dit dat het salaris met deze regelingen behoorlijk zou kunnen stijgen. Het kan zelfs zo sterk stijgen dat je immobiel bent op de arbeidsmarkt. Je wil verkassen uit de sector en wil binnen een andere bedrijfstak aan de slag. Om te beginnen zijn de salarissen erg goed binnen de financiële sector; dus moet de beoogde nieuwe werkgever al bereid zijn om hierin mee te gaan, als je niet te veel wil inleveren. Daarnaast dus die emolumenten. Tot enkele jaren geleden waren de pensioenen premievrij bij de meeste financiële instellingen. Sinds kort wordt er nu pensioenpremie bij de werk nemer in rekening gebracht en telkens subtiel verhoogd. Als je een eigen huis hebt, kreeg je personeelskorting op de rente. Dat kon wel oplopen tot 25% ten opzichte van de rente, die de instelling aan klanten doorberekent. Ook daar komt een einde aan. Waar ik werk zijn per 1 januari de hypotheken teruggezet naar “klantenniveau” en is er een -tijdelijke- regeling dat via het salaris voor het inkomensverlies nog een compensatie wordt gegeven. Het financiële voordeel wordt nu fiscaal belast en het is wachten op het moment dat deze compensatie ook wordt afgebouwd.
Nog een pensioenissue is de leeftijdsverhoging van het pensioen. Ooit zou ik met mijn 62 met pensioen mogen; dat zou nu betekenen dat ik ongeveer nog 1000 dagen zou moeten werken. De pensioenleeftijd is met de afschaffing van de VUT destijds verhoogd tot 65. Een tijd lang hebben we compensatie gekregen, de FAR (Fiscale aanvullingsregeling), waarmee je maandelijks eigenlijk de teveel betaalde premie (drie jaar overbrugging) kreeg terugbetaald. Dat was maandelijks een fors bedrag. Per 1 januari 2014 is dit afgeschaft en opgenomen in het salaris. Dat lijkt leuk, maar daardoor zijn de brutosalarissen zo’n 2,5% gestegen en maakt het een overstap naar een andere sector nog moeilijker. Dergelijke compensaties vervallen bij een overstap direct. Nu we nog eens ruim 2 jaar langer moeten werken, zal er opnieuw gekeken moeten worden wat er met de teveel gespaarde premies door de verzekeraars moet worden gedaan. Het is verdacht stil. De pensioenfondsen groeien niet, door slechte resultaten op een grillige beurs, maar hoeven door de verhoogde pensioenleeftijd ook pas later uit te keren. Wat gaat dit betekenen voor de werknemers en hun pensioenpremie?
We hebben in de financiële sector ook nog korting op verzekeringen. Ik heb daar nog niemand over gehoord, maar dit zal dezelfde richting ingaan als bij hypotheken. Het voordeel wordt gefiscaliseerd en met een beetje pech afgeschaft.
Werken in de financiële sector, zeker als je wat ouder bent, is nog steeds erg prettig als het om salaris gaat. Toch zijn er tal van bedreigingen. De grootste bedreiging is de kans op werkeloosheid aan het einde van je carrière. De inkomensval zal dan heel steil zijn. Zeker nu de sector zich integraal heeft gestort op zelfbediening door de klant en dit als neveneffect een forse afname van het aantal werknemers tot gevolg heeft. Op afvloeiingsregelingen wordt flink beknibbeld en de oudste medewerkers zijn het duurst. De kans is dus groot dat juist de ouderen hierdoor als eerste aan de kant komen, alle afspiegelingen ten spijt. Je zult je flink moeten bewijzen om dit lot te ontkomen.
Weg gaan is moeilijk. De kans dat je als oudere werknemer nog aan de slag kunt bij een bedrijf is sowieso al klein en zeker als je er financieel niet te veel op achteruit wil gaan. De stap naar ZZP-er blijft dan over, maar hoe onderscheid je jezelf in een markt die overspoeld wordt met mensen met dezelfde kwaliteiten als jezelf? Ondernemerschap vraagt ook veel extra energie, want naast je inhoudelijke kennis, moet je ook acquireren om aan de slag te blijven en zorgen dat er voorzieningen zijn. Voorzieningen -zoals een arbeidsongeschiktheidsverzekering- die niet eens meer af te sluiten zijn of enorm kostbaar zijn, omdat je te oud bent, of al iets mankeert, en jij dus voor een verzekeraar niet interessant bent. En dat moet je allemaal in je tarieven zien te verwerken. Voor jou tien anderen.
Men beweert dat de crisis op zijn retour is. Dat is niet waar. We nemen collectief voor lief dat we overal op inleveren en daardoor lijkt het allemaal mee te vallen. We weten het wel, maar zijn machteloos.