Whiskyliefhebber

Ik ben een whiskyliefhebber. Niet om stevig door te drinken, maar om van te genieten. De whisky’s die ik aanschaf zijn dan ook meestal nogal uitgesproken single malts. Ik word hierbij geënthousiasmeerd door mijn slijter, die telkens mij weer voor dilemma’s stelt als ik voor het uitgebreide rek weer zit te twijfelen. In principe ben ik hier al zo’n twintig jaar mee bezig, maar de laatste 6 a 7 jaar een stuk fanatieker. Regelmatig proef ik nieuwe single malts en mijn bevindingen beschrijf ik op mijn website.

Door de jaren heen heb ik behoorlijk wat kennis opgedaan van dit gerstenat en regelmatig komen groepjes bij mij langs om whisky’s te proeven. Afgezien dat het gezellig is, heb ik zo menige beginneling over de streep getrokken om whisky te leren waarderen. Met een aantal whiskyvrienden ga ik dan ook jaarlijks naar één van de whiskyfestivals; meestal naar het Internationale Whiskyfestival in Den Haag in november.
Als je zo’n drank een aantal jaren volgt zie je dat de whiskywereld heel dynamisch is. De variëteit van whisky’s is veel groter dan van bijv. cognac of wodka. En ook de omstandigheden dwingen de whiskystokerijen om nieuwe wegen in te slaan. Een maltwhisky moet minimaal 40% alcohol bevatten, gemaakt zijn van gerstemout en drie jaar gerijpt zijn op een eiken vat. De term single malt verdient de whisky als de gemoute whisky uit één en dezelfde stokerij komt. De meeste whisky’s worden gemengd. Als daarbij een deel van -goedkopere- grainwhisky is, waarbij geen gerstemout aan te pas is gekomen, dan spreekt men van een blended whisky. Vaak komen de bestanddelen maltwhisky van verschillende stokerijen. Men tracht door slim te mengen een constante kwaliteit te krijgen. Bij single malt speelt dit veel minder. De diversiteit maakt het juist unieker. Ook zijn er gemengde whisky’s met alleen gemoute whisky, maar dan spreekt men van pure maltwhisky. Single malt hoeven ook niet uit één vat te komen – dan spreekt men van single cask-, dus ook hier mengt men verschillende maltwhisky’s van dezelfde stokerij. Veel singlemalt whisky’s zijn limited edities; zeker de whisky’s die uit één vat komen. De minimale rijpingsleeftijd op het eikenhouten vat van whisky is drie jaar, maar tot voor kort was 10, 12 of 15 jaar eerder de norm. Tot zover de theorie.
Nadeel van zo’n lange rijpingsperiode op het vat was wel dat men al tientallen jaren vooruit moest kijken wat men kon afzetten op de markt. Bij een evenwichtige omzet viel men daar geen buil aan in het verleden, maar eind jaren negentig begon de markt ineens flink aan te trekken. Vooral nieuwe markten in Zuid-Oost Azië zorgden voor een enorme vraag. De whiskyrekenaars in Schotland hadden hier niet op gerekend. Aanvankelijk reageerde de markt zoals altijd bij schaarste. De prijzen gaan stijgen. Maar zelfs dat hielp niet. De bodems van de warehouses kwamen in zicht en de omzet kwam in gevaar. Als een gek is de industrie gaan investeren – geld was er tenslotte genoeg- maar in vijf jaar kun je ook geen 10 of 12 jarige whisky produceren. Het roer moest om. De whisky-stokers hebben allemaal mensen in dienst die perfect kunnen mengen en zo verzonnen slimme marketeers de NAS-whisky -Non-Age-Statement- , een whisky zonder leeftijdsaanduiding, die geselecteerd werd op kleur of smaak en die in plaats van een leeftijdsaanduiding een extra naam kreeg. De gemiddelde leeftijd van de whisky is waarschijnlijk niet veel ouder dan vijf jaar, maar door slim te mixen ontstonden er whisky’s die de kracht van de mout combineerden met het karakter van het hout -het vat. Daarmee werden oudere vaten relatief gespaard en de omzet veilig gesteld.
Als er één drank in de wereld is die onder invloed staat van marketing, dan is het whisky wel. Zeker in de single-maltbusiness wordt bewust telkens schijnbare schaarste gecreëerd en de prijzen daarmee opgedreven. Zo brengen distilleerderijen series mooie whisky’s uit, waarbij de oplage van de opvolger in de serie telkens kleiner wordt. Wil men de serie compleet hebben als verzamelaar dan betaalt men tot wel drie keer het oorspronkelijke aankoopbedrag voor de laatste uit de reeks al na drie maanden sinds het op de markt brengen van deze laatste telg uit een serie.
Slim, maar voor de ‘gewone’ man wordt het whisky drinken en verzamelen een dure grap.
Je hebt de verzamelaars en de drinkers. Ik ben een beetje van beide. Als drinker drijf ik momenteel mee op de NAS-golf, omdat deze, door crisis ontstane ontwikkeling, de whisky zeker geen afbreuk doet en de prijzen van de flessen nog betaalbaar zijn. Als ik een proeverij houd, zal deze soort hoe langer hoe vaker langskomen. Niet geheel per ongeluk heb ik jaren geleden een aantal leuke flessen gekocht, tegen een schappelijke prijs, op een moment dat de spanning op de whiskymarkt nog niet zo hoog was. Dat betekent dat deze flessen waarschijnlijk niet opengaan. Ik heb dus drinkwhisky en bewaarwhisky. Als je de marktwaarde van deze bewaarflessen volgt, zijn er sommige zelfs al enkele malen keer over de kop gegaan. Een appeltje voor de dorst? In ieder geval een win-winsituatie. Want mocht de markt totaal instorten, dan heb ik nog altijd flessen van zeer mooie, exclusieve whisky’s om mijn verdriet te verdrinken en kan ik er als whiskyliefhebber alsnog van genieten. Sláinte!

Beoordeel dit bericht