Basisloon

We moeten allemaal langer werken. Op de leeftijd die ik nu heb -59 jaar- waren mijn vader en grootvader al met de VUT en die hebben nog jaren kunnen genieten van hun oude dag. Moeder en oma hebben in hun huwelijk nooit buitenshuis gewerkt. Het feit dat ik nu op mijn 59e nog werk is voor mij geen probleem. Ik denk dat als werken leuk is en lichaam en geest het nog aankunnen, dan zou je zelf moeten kunnen bepalen wanneer je stopt met werken. Maar helaas, ook dat zit er niet in.

Flexibele pensionering is niet mogelijk, omdat we collectief afspraken maken over het moment van met-pensioen-gaan. De individuele situaties worden genegeerd. Als je eerder stopt met werken heeft dit grote consequenties. De AOW-leeftijd is voor iedereen gelijk. Je pensioenleeftijd is per bedrijfstak geregeld, maar zal de AOW-leeftijd ook gaan aannemen, omdat eerder met pensioen ook betekent dat er meer geld gereserveerd moet worden. En aangezien we allemaal gezonder leven, of -tegen hele hoge zorgkosten- dus daarom allemaal ouder worden, zijn de pensioenvoorzieningen ontoereikend, afgezien nog van het belabberde rendement van de pensioenbelegging met een rentepercentage van bijna nul terwijl dit eigenlijk vijf moet zijn.
En pensioenen zijn bedrijfstak-gebonden en geregeld in cao’s. Jij als individu hebt daar niets over te vertellen. De grillen van overheid en pensioenfonds zorgen ervoor dat jij geen regie hebt over deze middelen. De verschillen zijn dan ook schrijnend. Zeker als je niet in een cao-bedrijfstak werkt en je aangewezen bent op een individuele pensioenregeling, is het maar de vraag of er iets van terecht komt om te sparen voor later. Je vrijheden zijn ook erg beperkt. Als je reserves niet zijn geoormerkt als pensioenvoorziening, word je opgebouwde kapitaal in box 3 fiscaal gestraft. Tot en met 2016 gaat de fiscus ervan uit dat er een voordeel van 4% is over je kapitaal. Over dat voordeel van 4% betaal je 30% inkomstenbelasting. Dat is dus 1,2% belasting, terwijl het rendement op een spaarrekening geen 4% is, maar ergens tussen de 0,5 en 1 procent zit. Je kapitaal boert dus achteruit. En met die vrijstelling die vanaf 2017 verhoogd is tot €25000, kun je het met dat rendement ook maar heel even uitzingen. Als je dus niet in een bedrijfspensioen zit, ben je dus aangewezen op een individuele pensioenregeling. Maar ook hier heb je geen invloed op wanneer je het geld vrij kunt maken; lees afrekenen met de fiscus. Als je begint met werken met je 25e en je wil met 65 stoppen moet je eigenlijk voorzieningen hebben getroffen om zeker nog 20 tot 25 jaar te overleven. Hoe later je begint met reserveren, hoe lager je inkomsten zijn na je 65e. De franchise van de AOW is de drempelwaarde, en aangezien de startdatum van de AOW onvoorspelbaar is, kun je eigenlijk niet van tevoren bepalen hoeveel je opzij moet leggen om een fatsoenlijke lijfrente te kunnen kopen, als je eenmaal stopt met werken. Het ergste is dat hoe langer hoe minder Nederlanders een bedrijfspensioenregeling hebben. De ZZP-er zal bij zijn inzet concurrerend willen zijn op prijs, en zal daardoor in zijn berekende uurprijs geen rekening kunnen houden met arbeidsongeschiktheids- en pensioenvoorzieningen. Doet hij dit wel dan zal de orderportefeuille leeg blijven.
Het gevolg is dat er Amerikaanse toestanden zullen ontstaan. Mensen die ziek zijn komen in sociale vangnetten terecht en zullen afhankelijk zijn van de overheid of sint-Vincentiusverenigingen.
Wanneer een schamele ZZP-er -van nu 25 jaar oud-, uiteindelijk de AOW op pakweg zijn 73 jarige leeftijd wordt uitgekeerd, is dit de eerste keer dat er een vast -zeer bescheiden- inkomen binnenkomt. Van die individuele pensioenverzekering is bij deze man nooit iets terecht gekomen.
Een ander probleem is het aanbod van werk. De productiviteit per medewerker zal door verdere automatisering en robotisering zodanig stijgen, dat het aanbod van werk nihil wordt. Binnen korte tijd zullen we per persoon veel meer kunnen produceren dan er behoeftes zijn voor wellicht 5 of 6 personen. Om de productiviteit in balans te brengen zouden we dus niet langer, maar juist korter moeten werken. Anders stijgt het leger werkelozen en wordt het verschil tussen rijk en arm enorm en hebben de sint Vincentiusverenigingen het nog drukker om iedereen te voeden.
Het idee van een basisloon is wellicht de oplossing. Zorg dat de vennootschapsbelasting zodanig wordt verhoogd, dat we niet met 67 een inkomen van de staat krijgen, maar zodra je zelfstandig gaat wonen. Met dat basisloon zou je de meeste standaardkosten in je huishouden moeten kunnen betalen. Wil je meer verdienen dan moet je gaan werken. Kun je dat niet vanwege omstandigheden, dan moeten er ook nog extra vangnetten zijn. Maar met een basisloon betekent het dat niet iedereen 40 uur per week hoeft te werken, waarmee dus meer mensen een onderdeel uitmaken van de participatiemaatschappij. Er komt dan ook meer tijd vrij voor vrijwilligerswerk of mantelzorg.
En de bedrijven die klagen dat de vennootschapsbelasting zo hoog is hebben boter op hun hoofd. Robotisering en automatisering schrappen banen. De kosten van productie worden dus veel lager, waardoor het rendement dus hoger wordt. Maar als iedereen is ontslagen en zit te verpieteren in een achterstandsbuurt en dus niemand geld heeft om de producten af te nemen heeft produceren ook geen zin.
We zullen iets moeten doen. Zeker met het vooruitzicht dat het pensioensysteem door de flexibilisering van de arbeidsmarkt wordt uitgehold, zal er een enorm verschil ontstaan tussen arm en rijk, als we dit niet gaan voorkomen. Dan is onze huidige gouden eeuw zo over.

Beoordeel dit bericht