Windmolens

Als land zijn we er beroemd mee geworden. Windmolens die we gebruikten om polders leeg te pompen of graan of schors te malen. Vaak hele mooie industriële gebouwen, waar vandaag de dag veel zorg aan wordt besteed om ze in orde te houden en herinneren aan noeste arbeid. Over deze windmolens zijn alle Nederlanders het eens. Maar hoe langer hoe meer zie je windmolens verschijnen om elektriciteit op te wekken. Zwaaipalen van wel 100 meter hoog die het uitzicht bederven en die blijkbaar nodig zijn om de duurzame wereld te promoten.

We gaan even de kwaliteiten van de nieuwe windmolen na.
Hij is erg hoog en daarmee een gevaar voor de vogels. Hij levert alleen maar rendement op momenten dat het waait. Hij maakt een vrij stevig vervelend brommend geluid, waardoor mensen niet kunnen slapen. Hij ontsiert de horizon en is slechts betaalbaar weg te zetten mits er enorme subsidies aan te pas komen. En ze zijn lelijk, foeilelijk.
Waarom is duurzaam Nederland zo gek op die zwaaipalen? Nederlanders zijn handelaren en denken aan geld en rendement. Door forse subsidies is een windmolen interessant qua rendement en daarom wil men investeren. Gaat de subsidie -lees korting- eraf en iedereen laat de investering als een baksteen vallen. Duurzaamheid is leuk, maar moet ook iets opbrengen, is hier het motto.
Windmolens maken veel lawaai. Zeer illustratief wordt dit beschreven in het spannende boekje van Bram Dehouck: “een zomer zonder slaap”, alwaar een slager door het geluid van de windmolen aan de rand van het dorp, compleet doordraait, omdat het ding de man uit zijn slaap houdt. Fictie, maar het verhaal zou op punten gewoon kunnen plaatsvinden.
Windmolens wekken gezien de investering veel te weinig energie op. Omdat ze niet constant draaien moet er vervangende energie zijn als de molens niets opwekken. Je moet dus minimaal de energie die zwaaipalen opwekken ook achter de hand hebben vanuit de vieze stinkkolencentrales. En aangezien deze stinkkolencentrales dit niet stante pede kunnen leveren, staan deze stinkerds dus latent te pruttelen. Hoezo duurzaam? En je zult altijd zien dat op een bepaald moment het net teveel windenergie krijgt. Wat dan?
Men wil deze energie gaan opslaan om bijvoorbeeld accu’s op te laden, die daarmee weer elektrische auto’s kunnen opladen. Dan komen we daarmee al dichter in de buurt van duurzame energieopwekking.
Maar voor de netbeheerder is het een ramp. Totaal onvoorspelbaar wordt er energie aangeboden. Uiteindelijk kan men dit wel ongeveer berekenen, maar het zal de nodige hoofdbrekens kosten. En of dit allemaal duurzaam is, is maar de vraag.
Voor particulieren is een windmolen helemaal niet interessant. Die moet het doen met zonnepanelen. Blijkbaar wil onze overheid wel de industrie stimuleren voor duurzame energie, maar ziet men nog niet veel om de particulier over te halen om energie op te wekken. Alle subsidieregels zijn voor particulieren geschrapt. Het gevolg is dat je als particuliere zonnestroomopwekker een bedrijf moet worden om de geleverde stroom BTW-vrij aan het net te leveren. Ondanks dat de toegevoegde waarde niet door de consument, maar door de natuur wordt geleverd, wordt toch de particulier als producent hiervan gezien en is er een ware hausse van energieopwekkende bedrijfjes nu ingeschreven om de BTW terug te kunnen krijgen. Puur administratief geneuzel omdat de overheid dit niet fatsoenlijk wil regelen.
Maar toch worden de zonnepanelen wel interessanter, ook al rekenen ze mij voor dat ik er pas tig jaar over doe om een eurocent terug te verdienen. Ik reken anders. Je investeert 5000 euro aan een aantal zonnepanelen en dat levert een stroomvoordeel op van zeg 250 euro per jaar. Het rendement op deze 5000 euro is dus 5%. Nee, zeggen de andere rekenaars: Over 20 jaar ga je pas verdienen: want dan zijn de initiële kosten pas terugverdiend. Maar als ik dan die 5000 euro op de bank laat staan tegen het astronomische percentage van 0,5%, dan heeft dat na 20 jaar pakweg 650 euro rente opgeleverd, terwijl ik volgens mijn rekenmethode het eerste jaar 250 euro heb verdiend met mijn investering, minus de rente van 0,5% die ik niet heb ontvangen, zeg €25,00. Dat is dus 225 euro per jaar opbrengst. Mijn return on investment is dus minder dan 3 jaar i.p.v. 20, als ik anders het geld op de bank had laten staan.
Als het feitelijke terugverdienrendement zelfs hoger zou zijn dan de 5%, maar bijvoorbeeld 8%, is het zelfs interessant om de 5000 euro te lenen tegen een percentage van max 5%. Dan ga je ook al direct meer rendement maken dan de kosten voor de investering. Het duurt dan wel wat langer voordat je netto gaat verdienen, maar de lasten zijn te overzien.
Kortom stop de windmolenterreur en stimuleer de zonnepanelen voor particulieren. En als je toch windmolens wil wegzetten. Zet ze dan op de oude olieplatforms op zee. Dan worden die ook nog nuttig gebruikt. Maar om definitief je mening over windmolens bij te stellen adviseer ik om “Een zomer zonder slaap” van Bram Dehouck te lezen. Is nog vermakelijk ook.

 

Beoordeel dit bericht