Wat een komkommertijd in Nederland! We zitten al bijna een half jaar te wachten op een nieuw kabinet, zodat we de economische vooruitgang echt kunnen gaan cashen. Er lekken wat gegevens uit de geheime besprekingen en wat schetst onze verbazing: het op te richten kabinet is het over één ding eens: we moeten allemaal het Wilhelmus uit het hoofd kennen en dat moet de onderbetaalde juf op school ons aanleren. Alsof die niets anders te doen heeft. Laat ze vooral de koters leren rekenen in plaats van deze onzin.
De melodielijn is statig en zeker niet onaardig als volkslied, maar de tekst is stuitend. Eén grote godsverheerlijking in een volkslied van een seculier land. Het eerste couplet gaat over Willem van Oranje die een korte CV beschrijft. Niet echt actueel: het gaat niet over het land, maar over zichzelf. Het is maar deels waar, want de koning van Spanje destijds, Filips II, was nou niet bepaald zijn beste vriend. En waar is het volk in ons volkslied?
Het Wilhelmus kent 15 coupletten en elk eerste woord van het volgende couplet begint met de volgende letter van zijn naam: W-I-L-L-E-M-V-A-N-O-R-A-N-J-E. Mooi bedacht, maar zoveel coupletten is niet erg handig voor een volkslied. Wie onthoudt dit nu? Met die gotspe dat we nu allemaal dit lied moeten kennen gaan we echt te ver. Gelukkig vindt men dat twee coupletten genoeg is. Het eerste -de CV van Willem- en het zesde: een Godsverering van een bedenkelijk niveau, als voorbeeld voor een land waar God formeel geen rol mag spelen zijn dit nu niet de zaken waar ik als burger warm voor loop. Omdat we nu voor een regering gaan “Rechts met de bijbel”, sluipt deze Wilhelmusverplichting als een soort religieus statement naar binnen. Van de 15 coupletten zijn er 11 overladen met de verheerlijking van God.
Opvallend is dat dit er nu komt terwijl ’zingen’ op scholen zowat is uitgebannen. Is het de bedoeling dat we met ons volkslied een soort Amerikanen worden, die bij de eerste noot van hun volkslied -de Star-spangled banner- gelijk in de houding springen en hun hand op hun hart leggen, terwijl ze allemaal een schietgeweer thuis hebben om de politici af te kunnen knallen als ze iets doen wat ze niet bevalt? Zo hypocriet.
We gebruiken het volkslied bij sportevenementen. Nooit iets van begrepen. Bij internationale competities wordt bij bijvoorbeeld voetbal het volkslied aangeheven, terwijl vaak de helft van de spelers geen Nederlandse achtergrond heeft, of zelfs de taal niet beheerst, laat staan dat ze snappen wat die onbegrijpelijke coupletten van het Wilhelmus betekenen. Maar dat geldt ook voor de Nederlanders. Of bij de formule 1, waar maar liefst twee volkslieden worden aangeheven: één van het land van de coureur en een tweede van het vestigingsland van het team. Eén ding weet ik zeker: noch het team noch de coureur heeft enige binding met deze volksliederen of de landen. De focus ligt alleen bij de sport, sport en nog eens de sport. Neem nu onze Max Verstappen: Ons? Een jongen met een dubbele nationaliteit en geboren in België, waar ook zijn jeugd afspeelde. Hij woont inmiddels in Monaco. Waarom een Nederlands volkslied?
Verder horen we het volkslied overal waar onze koning of koningin komt. Gelukkig wordt er dan meestal maar weinig tekst gezongen. Waarom dan deze niet-relevante, onverstaanbare onzin uit ons hoofd leren en vals blaten bij een uitzonderlijke sportieve prestatie van een Nederlandse man of vrouw of -genderneutraal- sporter?
Moeten we het Wilhelmus dan leren omdat we trots moeten zijn op ons landje? In een land waarin ‘gewoon is al gek genoeg’ het credo is, is patriotisme niet de sterkste eigenschap. Natuurlijk zijn we trots op ons land, maar we zien altijd een B-kant. Om dan met een volkslied onze trots aan te wakkeren is ongepast.
Of hebben we de bedoeling om hiermee afstand te creëren met alles wat anders is als Nederlands. Overgenomen van het verkiezingspamflet van Geert Wilders.
Het heeft er alle schijn van.