Elektronische mobiliteit

Aan het einde van het jaar hebben mensen vaak een moment van overdenking: alweer een jaar voorbij. Soms een jaar met voorspoed, soms met tegenspoed en soms een jaar waarin eigenlijk niet veel gebeurde. Persoonlijk was het voor mij een jaar met nogal wat veranderingen. Door de uitvoering van een fusie binnen ons bedrijf kreeg mijn functie een wat ander karakter, waardoor ik meer moest reizen voor mijn werk. Dat is niet altijd een feest geweest.

Reizen in Nederland is vooral als je door de week ergens op tijd wil zijn een hele crime; zeker als je of naar het noorden of naar het zuiden wil gaan. Het toppunt was enkele weken geleden, waarbij collega’s uit Apeldoorn, maar liefst drie uur te laat arriveerden in Tilburg. Ondanks de verbreding van zowat alle snelwegen en plannen om dit nogmaals te doen, kan niet worden voorkomen dat er dagelijks tot soms wel 500 km files staan in ons kleine landje. De trein lijkt een alternatief, maar door op tijd te reizen worden wij als passagier beloond met duurdere treinkaartjes. En zeker niet alle treinstationnen liggen in de buurt van de kantorencomplexen. Soms lijkt het wel alsof er een pact is gesloten tussen de politie en parkeerbeheer. De kantorencomplexen hebben bijna allemaal een tekort aan parkeerplaatsen –ter bevordering van het openbaar vervoer. Maar in de praktijk zijn de kantorencomplexen nauwelijks te bereiken met dit openbaar vervoer. Voorbeelden uit mijn omgeving is Rijnzathe in de Meern en het Laar in Tilburg. Deze laatste kreeg onlangs een bushalte voor de deur, maar doordat de bussen niet meer mochten keren op de parkeerplaats van een naburig hotel is deze weer opgegeven. Zodoende moeten mensen 1,5 kilometer langs een weg zonder voetpad met hun laptopjes gaan sjouwen. Zo drijf je de werknemer wel de auto in. Maar aangekomen met deze auto blijk je deze niet te kunnen parkeren. Vaak is het verboden om hem langs de weg te stallen, omdat de betaalde parkeerterreinen in beheer zijn van parkeerbeheer en zo hun inkomsten zien slinken als de automobilist zijn auto in het wild mag wegzetten. De politie heeft blijkbaar aandelen in parkeerbeheer, want zij houden regelmatig razzia’s en bekeuren de ‘fout’-parkeerders, terwijl er verkeerstechnisch hiervoor geen enkele aanleiding is. De kantorencomplexen staan immers meestal in een soort weiland. Op mijn werk was men tot voor de fusie een groot voorstander en ambassadeur van flexibel werken. Buiten de spitstijden rijden en thuis werken zijn al bijna tien jaar een goede gewoonte. Maar door de fusie veranderde dit. Het bedrijf waarmee werd gefuseerd kende deze cultuur in het geheel niet en vooral het middle-management is nogal sceptisch tegenover deze vorm van arbeid. Er is minder fysieke controle van de werknemer en daardoor zou hij of zij wel eens minder productief kunnen zijn. Het duurt een aantal jaren voordat zo’n management doorkrijgt dat juist deze flexibiliteit tot grotere productiviteit leidt. Maar niet alleen hierdoor moest ik meer reizen, ook door de verdeling van de kantoren over het land is het onmogelijk alles vanuit Tilburg te organiseren. Hoewel er bij ons mogelijkheden zijn voor telefonische vergaderingen en videoconference, worden deze middelen nauwelijks ingezet. Blijkbaar blijft men het belangrijk vinden elkaar recht in de ogen te kijken wanneer men overleg wil voeren. Vaak vraag je jezelf ook af, waarom we voor een louter technisch overleg het ons aandoen om ieder 2 x 1,5 uur in de auto of trein te zetten. Toch zie ik hier een lichtpuntje. De aankomende generatie zal veel minder behoefte hebben om elkaar op te zoeken. Kijk naar hun gedrag. Wij bleven na schooltijd nog op het schoolplein of in de buurt met elkaar napraten, maar tegenwoordig snelt de jeugd naar huis, start de computer en begint direct te chatten met hun klasgenootjes. In hun privé-omgeving zijn ze op deze wijze gewend allerlei zaken te bespreken, omlijst met emoticons, om zo hun hart te luchten en de juiste snaar te treffen. Als deze generatie gaat werken en dezelfde type hulpmiddelen beschikbaar krijgt dan ze nu privé hebben, zullen ze minder behoefte krijgen elkaar op te zoeken, maar weten ze elkaar elektronisch te vinden. Dit staat in schril contrast tot een zuur rapport van de oude wereld door Ernst & Young, gepresenteerd deze week. Hierin wordt het chatten gezien als diefstal van de baas zijn tijd en denkt men niet verder dan aan het onderdrukken van deze nieuwe media, die juist erg efficiënt zouden kunnen worden ingezet. Zeker in een tijd waar recreëren en werken veel meer in elkaar over lopen. Als deze nieuwe middelen effectief worden gestimuleerd, dan is hopelijk al dat extra asfalt voor niets gelegd. We schelden wel op het pc-gedrag van onze jeugd, maar zouden juist van onze jeugd moeten leren en ook van achter de pc onze zakelijke contacten met elkaar moeten leggen. Dat spaart het milieu, is qua tijd, planning en kosten erg efficiënt en veroorzaakt bovendien minder stress. Wellicht een goed voornemen voor het volgende jaar, waarin we waarschijnlijk weer meer files en vertragingen zullen krijgen. En Ernst & Young is Duf & Old.

KLIK OP ONDERSTAANDE KNOP OM DE MIJMERING TE BELUISTEREN

Beoordeel dit bericht