Een zwangere collega van rond de 35, beklaagde zich gisteren dat het leven toch maar moeilijk was. Ze had net een gesprek gevoerd met een andere jonge vrouw die met burnout-klachten zich bij de bedrijfsarts had gemeld. Ze mijmerde dat het ook niet gemakkelijk is voor jonge vrouwen. Ik moet ze daarin gelijk geven. Nog redelijk onbezorgd start je leven tot na je studie. De hele wereld ligt nog voor je, je bent jong, ambitieus en hebt tijd zat. Dan gaat men werken. De studieschuld en het gebrek aan goede huisvesting zijn de eerste echte struikelblokken.
Men wil een carrière maken, maar ook leuk wonen, en als het kan ook nog een kindje. Dan wordt het allemaal erg ingewikkeld. De leuke banen zijn vaak in de randstad te vinden, dus wil je verder komen dan moet je lang reizen, of een veel te duur huis gaan huren of kopen. En wil je kinderen, dan ben je genoodzaakt je loopbaan te onderbreken, waar een werkgever nog steeds niet op zit te wachten en waardoor je qua ambities wordt verdeeld en vaak teruggeworpen. De stress neemt enorm toe, want je wil ook alles goed doen. Net als je hele omgeving, want dat blijkt uit hun blije foto’s op de social media. Zo ben jij ook en wil je ook zijn al is het vaak allemaal nep.
Ook de werkgevers veranderen. De shareholdersvalue is belangrijker dan de medewerker. De vooruitzichten van jonge mensen nu vind ik -als oudere medewerker- stukken minder rooskleurig dan in mijn tijd. Om te beginnen waren wij niets gewend en groeiden we op met een stijgende welvaart, samen met het bedrijfsleven. Weliswaar gaat het nu economisch goed, maar in mijn ogen is dat schijn. De winsten van de bedrijven nemen toe, waardoor de pers optimistisch schrijft over de toestand in onze wereld. En dit optimisme wordt klakkeloos overgenomen door de goegemeente. Maar iedereen vergeet dat de netto koopkracht van de mensen de afgelopen jaren niet is toegenomen. De kansen om door te groeien van de huidige nieuwkomers om ooit in de salarisschalen te eindigen waar wij ouderen nu in zitten lijken nihil. De hand wordt stevig op de knip gehouden door de werkgevers, die bovendien door het huidige kabinet geen strobreed in de weg gelegd worden. En de bedrijven hebben geleerd van de vorige crisis dat hoe lager en flexibeler de kosten zijn hoe beter je er uitkomt bij een eventueel volgend debacle.
De jeugd organiseert zich ook niet. Ze zijn te veel met zichzelf bezig om te beseffen dat ze een rad voor ogen wordt gedraaid. Niemand in hun omgeving stimuleert hen om aan te sluiten bij een vakbond. De jongeren zien vakbonden als oud, stoffig, grijs en zeurderig.
Terwijl ze keihard werken en de baas erg veel van ze verwacht, worstelen ze met vraagstukken als geluk, balans tussen werk en privé en geld. De kans op een vaste baan is klein, wat dan weer betekent dat je als ZZP-er je diensten moet gaan aanbieden. Om een beetje concurrerend te zijn, hou je het uurtarief laag, zodat er wel genoeg is om nu te leven, maar er nauwelijks voorzieningen komen voor later. Dat lijkt men niet erg te vinden, want dat is nog ver weg. Ondertussen lachen de opdrachtgevers zich een breuk. Goed en goedkoop flexibel personeel en als kers op de taart hoeft het bedrijfsleven geen winstbelasting meer te betalen: win-winsituatie dus, met dank aan Mark Rutte, die zijn leven lang niet anders dan in dienst van het grootkapitaal heeft geopereerd.
De lage organisatiegraad van vooral jongeren zorgt er ook voor dat vakbonden hoe langer hoe minder te vertellen krijgen in onderhandelingen met werkgevers. Wie vertegenwoordigen deze bonden nu eigenlijk? Vijftigers en zestigers, die in de ogen van de werkgevers veel te duur betaald worden, omdat ze in de welvaart zijn meegegroeid en vastzitten in te hoge salarisschalen. Doordat jongeren niet georganiseerd zijn, worden pensioencontracten uitgekleed en vooral de doorgroeimogelijkheden ernstig beperkt. En je mag ook al niets mankeren. Een wat chronisch zieke collega van mij – die ondanks dat ze er eigenlijk altijd is – kreeg van haar nieuwe baas te horen dat haar ziekte een keuze was. Dat treft me diep
En waarom is de jeugd zo blind? En waarom doen ze niets? De jeugd heeft te weinig in de gaten dat de sociale vangnetten worden uitgekleed en dat de toekomst dichterbij is dan dat ze denken. Door de hoge verwachtingen die ze aan zichzelf stellen en ook worden gesteld, gunnen ze zich geen tijd om over de toekomst en daarin hun eigen positie na te denken. Er moet al zoveel en daarom worden ze ziek. Met verschijnselen die in het verleden alleen bij oudere medewerkers voorkwamen: uitputting en depressies.
Om maar met een Bijbels citaat te eindigen: Vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen…
Very interesting topic, thank you for putting up.Raise blog range