Op weg naar een rookvrije generatie

Al eeuwenlang wordt er in onze maatschappij gerookt en volgens mij was het hoogtepunt de jaren 80 van de vorige eeuw. Roken hoorde er gewoon bij en tot die tijd waren er ook geen beperkingen. Men wist inmiddels ook wel dat het niet gezond was, maar de mate van verzieking was nog niet zo in beeld. De antirooklobby kwam op gang en in pakweg 25 jaar is de roker van een standaardburger een paria geworden. Ikzelf heb nooit gerookt, dus wat mij betreft heb ik er persoonlijk nooit last van gehad dat er overal beperkingen gingen ontstaan. Dat wil niet zeggen dat ik er in mijn omgeving niets van merkte. De halve familie steekt de ene sigaret aan met de andere waaronder mijn vrouw. Het gevolg is dat je ongewild er last van hebt.

Rokers trekken zich terug op plaatsen waar ze samen mogen paffen, waardoor de niet-roker eenzaam achterblijft. Zeker als de roker dan later weer terugkomt en zegt dat het zo gezellig was in het rookhol voelt het als een gemiste kans.
De overheid denkt door telkens de accijnzen te verhogen dat het roken minder zal worden. Volgens mij neemt het aantal rokers maar heel langzaam af. Het zijn namelijk voornamelijk de rokers die overlijden -wellicht wel door het roken – die in ieder geval verantwoordelijk zijn voor deze afname.
In het kader van op weg naar een rookvrije generatie zijn er behalve de hoge prijzen nauwelijks beperkingen voor de jonge roker. Tot mijn schrik zie ik helaas veel jonge mensen gaan roken. Wat je moet doen is zorgen dat de instroom ophoudt te bestaan. Het moge wel duidelijk zijn dat roken niet zomaar slecht is, maar écht slecht en het geen goed idee is om deze verslaving te omarmen. Want eenmaal begonnen, kom je er niet zomaar vanaf.
De accijnsverhogingen zorgen er eigenlijk alleen maar voor dat de inkomsten van de overheid toenemen en er een probleem ontstaat als die inkomsten wegvallen bij een volledig rookverbod, omdat het om grote bedragen gaat. En als al dat geld van die accijnzen nou werd gestoken om mensen van het roken af te helpen en dit verbod met dit geld te kunnen handhaven, dan was het nog te rijmen. Maar de accijnzen zijn nodig om de kosten van een te verbouwen Tweede Kamer te financieren of de lantaarnpalen over te schilderen. Kortom: er wordt wel met het vingertje gewezen dat men niet moet gaan roken, maar aan voorkoming van verslaving wordt niet gewerkt.

De oplossing is heel simpel: Stel de volgende -liefst mondiale- regel in: “Vanaf 1 januari 2019 mag niemand die geboren is vóór 1 januari 2007 rookwaar nuttigen, kopen, verkopen of bezitten.” Word je betrapt omdat je rookt, moet je direct een gedwongen anti-verslavingstraject in, gepaard gaand met hoge boetes. Word je in deze leeftijdscategorie gesnapt vanwege handel of bezit, dan gelden de narcoticawetten en sancties van harddrugs. Een kleine sub regel geldt ook nog: Al diegenen die deze groep aansporen, helpen of dwingen rookwaar te gebruiken, krijgen dezelfde straf als men betrapt wordt. Dus ook ouders die oogluikend kinderen laten roken. Het lijkt een discriminerende maatregel, maar feitelijk discrimineer je alleen potentiële verslaafden. Dat moet toch kunnen?
Deze simpele wet heeft een aantal voordelen. Hij is simpel te handhaven, want iedereen heeft een ID-kaart op zak en een BOA of politieagent kan zo controleren of de dader wel of niet mag roken. Het is net als de alcoholcontrole in de supermarkt. Maar ook de maatschappelijke lobby moet dit ondersteunen. Iemand die nooit gerookt heeft, heeft ook niet de verslavingsbehoefte. Ook voor ouders, toezichthouders, leraren etc. hoeft handhaving daarom ook niet zo’n issue zijn.
Over 6 jaar zijn alle middelbare scholen met deze maatregel clean. Dat is de periode waar de verslavingsstart het grootst is.

Nog een voordeel is dat je nu al kunt uitrekenen wat dit voor effect heeft op de staatskas. Wil je dit effect minimaliseren, dan verhoog je de accijns op sigaretten zodat de staatsinkomsten gelijk blijven de eerste jaren. Zo merkt de oudere roker ook dat het sigaretje langzamerhand onbetaalbaar wordt en gaat wellicht ook pogen te minderen of te stoppen. De maatschappelijke lobby om roken te vermijden in omgevingen waar veel mensen samenkomen moet blijven.
Er zijn nog veel meer voordelen te bedenken.

Men wil ernaar toe dat in sommige gebieden niet meer gerookt mag worden in de openbare ruimte – buiten dus. Afgezien dat de rokers zich dan verplaatsen naar een andere ruimte is dit een dure, haast onmogelijke, maatregel om te handhaven. Het is net als met een oude diesel door Europa trekken. Zonder dat je ervan bewust bent doe je op de ene plek iets wat mag en op een andere plek iets wat verboden is, zonder dat de omstandigheden zijn gewijzigd.
Een bonus-voordeel is dat mijn voorgestelde verbod ook betrekking heeft op andere type rookwaar zoals hash of wiet. Zijn we daar ook meteen van verlost.
Mijn voorstel is vooral bedoeld om te voorkomen dat jongeren beginnen met roken. In mijn ogen kun je met accijnsverhoging, gratis verslavingszorg en stoppen-met-roken-acties de rest van de rokers proberen te motiveren om te stoppen. Maar eigenlijk is het voor hen al te laat: ze zijn al verslaafd. Maar, met mijn simpele regel zijn we binnen 80 jaar van de sigaret af.

Welke politieke partij neemt deze uitdaging aan?

 

Beoordeel dit bericht