In het begin van de jaren zestig hadden mijn ouders een rekje met grammofoonplaten. De meeste waren nog schellakplaten en sommige singeltjes. Ondanks dat bijna geen enkel nummer maar leek op de favoriete muziek van ons-de kinderen-, konden we elke plaat meezingen. De collectie was zo beperkt dat ons hoofd makkelijk al deze informatie kon opslaan. Toen we later zelf singeltjes gingen kopen, er LP’s kwamen, cassettebandjes en taperecorderbanden werden vol gezet met muziek, was het einde zoek. En in de huidige tijd is het gewoon niet meer te doen om alle muziek bij te houden. Alles is voorradig met apps als Spotify en Apple Music en de kasten vol met CD’s hebben enkel nog een curiositeitswaarde en staan bij menig huishouden al niet meer in het zicht.
Onze kennis haalden we uit een bibliotheek of encyclopedie. Kon je het daar niet vinden dan had je pech gehad. En de kans was vrij groot, want eer dat kennis was toegevoegd aan de encyclopedie waren er al wat jaren voorbij. En niet iedereen kon zich om de zoveel tijd een nieuwe encyclopedie of addendum veroorloven. De nieuwste kennis moest vaak worden overgebracht door krant, tijdschrift, radio, TV of mondelinge overlevering. Nog geen dertig jaar geleden was dit zo. Nu pakken we onze smartphone en binnen een halve minuut kunnen we alles opzoeken.
Vandaag stond in de krant dat één op de 217 mensen in Nederland een website heeft waarop men de aandacht van de wereld wil laten vestigen. Succesvol ondernemen op internet is voor een kleine webwinkel haast onmogelijk. Je moet forse kosten maken om je naam boven water te krijgen. In het gunstigste geval kun je nog handel krijgen als je je aansluit bij Bol.com of Marktplaats. Individueel ben je geheel in de massa ondergesneeuwd.
Ook voor beeldmateriaal geldt hetzelfde. Bijna alles is inmiddels met enkele muisklikken of vingerbewegingen te vinden op allerlei apps of tv-diensten. Enkel voor exclusieve belevingen ga je nog naar de bioscoop.
Een laatste voorbeeld zijn de musea. Ik ga graag naar een museum. Een groot, belangrijk museum heeft honderden topstukken, die allemaal op zichzelf al een museum waardig zijn. Kom je in het Louvre of het Rijksmuseum dan loop je van topstuk naar topstuk en het gevolg is dat je eigenlijk alleen maar verward uit zo’n museum komt. It’s too much.
We zien door de bomen het bos niet meer. Er is overal zoveel van dat er een desinteresse gaat ontstaan. Vroeger luisterde ik veel en vaak naar muziek in de tijd dat het nog redelijk overzichtelijk was. Omdat je in deze tijd uit alles kan kiezen, kies je niet meer.
Ik luister nu bijna uitsluitend nog naar de radio. Gek genoeg hoor ik op de radio relatief gezien weinig verschillende liedjes. Ook daar heeft men last van keuzestress. Mensen willen wel iets herkenbaars horen. Dus draaien de radiostations oneindig vaak nieuwe nummers, zodat die in het systeem van de luisteraar worden gepompt. In het verleden werden de presentatoren of de muzieksamenstellers hiervoor beloond door de uitgevers. Mogelijk is dat nog wel zo. Worden de muziekstukken daardoor succesvol, dan worden ze toegevoegd aan de ijzeren voorraad evergreens, die jaarlijks in allerlei overzichtslijsten weer van stal komen, of te horen zijn in allerlei arbeidsvitamine-achtige programma’s. Op deze manier wil men de boel toch overzichtelijk houden, al doet dit fors afbreuk aan al die tienduizenden artiesten die ook goede nummers maken, maar die nooit boven komen drijven
En zo is het met zoveel. Het aanbod van van alles is zo overweldigend, dat het haast onmogelijk is om te kiezen. En dan proberen ze op allerlei manieren jouw keuzes nog te beïnvloeden. Op het internet weten ze door jouw gedrag met je smartphone en surfgedrag al lang waar je naar op zoek bent en de reclames spatten dan ook van de schermen af van dingen waar je naar op zoek bent en vooral op zoek was. Want men houdt niet bij dat ik inmiddels ben voorzien.
Het gevolg is dat ik ongevoelig raak voor de inhoud van deze prikkels. De prikkels zelf irriteren me wel en het gevolg is dat ik de digitale luwte ga opzoeken. Ik betaal graag wat extra’s om op favoriete apps of sites geen reclame tegen te komen. Ook probeer ik hoe langer hoe meer incognito te surfen, al geloof ik er geen bal van dat dit enige soelaas biedt. Als ik iets koop op het internet ga ik heel gericht op zoek en kijk niet alleen naar de prijs, maar ook naar de aanbieder en geleidelijk hoe langer hoe meer naar duurzaamheid.
Eigenlijk ga ik liever naar een museum met één topstuk en een goed verhaal, dan naar het Louvre waar de topstukken driehoog hangen. Door de massaliteit van alles is authenticiteit ver te zoeken en wordt alles grijs. Juist authentieke mensen en zaken kunnen me nog in vervoering brengen. En vaak betekent het dat je iets moet isoleren en ontdoen van storende elementen om er optimaal van te kunnen genieten.
Dat geeft rust.
Weg met die overdaad.