We krijgen wekelijks een huis-aan-huis-krantje en daarin staan vaak recensies van nieuwe auto’s. In 2019 verwacht je dan dat men zeer zuinige of elektrisch aangedreven auto’s gaan aanprijzen, zeker met alle duurzaamheidsperikelen en klimaatdoelstellingen in het achterhoofd. Maar niets van dit al. Het krantje recenseerde in de afgelopen maand een Ford GT (650 PK, max. snelheid 348 km/u), een Porsche GT3 (520 PK, max snelheid 312 km/u) en de slome Maserati Levanti met 460 PK en een maximale snelheid van 260 km per uur. Alle drie zijn het nieuwe modellen die op alle manieren afrekenen met de duurzaamheidsgedachte. Drie middelvingers de lucht in. Hoe kan het dat zo’n huis-aan-huisblaadje dergelijke muscle cars onder de aandacht wil krijgen?
Het valt wat mij betreft onder het hoofdstuk reclame maken voor roken. Aan alle kanten wordt het tegengewerkt en zie ons nu: tada!
Wanneer gaat de auto-industrie begrijpen dat we serieus aan de slag moeten. Niet sjoemelen met cijfers en waarom straatauto’s verkopen, die eigenlijk alleen geschikt zijn voor een circuit.
In bijna alle landen is al jarenlang de maximale snelheid op snelwegen aan banden gelegd en waarom zou jij met 300 km per uur gaan rondscheuren op die strookjes in het verre buitenland waarop dit wel mag, tussen de boodschappenautootjes waar de meeste mensen zich momenteel in vervoeren?
Zelfs met een auto die 348 km per uur kan halen, kom je gemiddeld niet veel eerder aan op de plaats van bestemming dan met een boodschappenauto. Puur machtsvertoon dus en bovendien gevaarlijk. Andere weggebruikers kunnen de snelheid van deze muscle cars volledig verkeerd inschatten, en ook de chauffeurs ervan zijn meestal ook geen coureurs, maar zestigers met een te dikke portemonnee.
Wat mij betreft zouden nieuwe auto’s niet harder mogen rijden dan pakweg 150 km per uur en zou alle motorische aandacht erop gericht moeten zijn dat het dagelijkse verbruik zo laag mogelijk is, evenals de uitstoot van schadelijke stoffen. En waarom nu zo’n focus op de elektrische auto? Uiteraard moet de aandrijving elektrisch zijn om uitstoot van troep te vermijden, maar waarom verlegt men de focus niet op waterstofauto’s? Vooral Japanse, Koreaanse en Chinese bedrijven zoals Hyundai zijn hiermee aan de slag. Groot voordeel van de waterstofauto is dat het dure accupakket niet meegeleverd hoeft te worden. Het accupakket dat ook milieutechnisch slecht afbreekbaar is, lang duurt voor het is opgeladen en bovendien te weinig power levert om een auto een fatsoenlijke actieradius te geven is eigenlijk een afknapper voor de elektrische auto. Maar koop je een waterstof-Hyundai Nexo of Kona dan heb je de grote actieradius van wel 800 km nodig om een tankstation te vinden. Als onze jolige premier, die in het buitenland een klimaatprins lijkt, ook eens dichter bij huis zou kijken, dan ziet hij dat er maar verdomd weinig wordt gedaan door zijn regering om de autorijder duurzamer rond te laten rijden. De laatste echte toegevoegde waarde die verplicht is gesteld in auto’s is de katalysator die ergens in de jaren 80 werd ingevoerd. Toen was Rutte nog geen 15.
Waarom worden er in een maatschappij die op weg is naar een duurzamere wereld nog modellen goedgekeurd door de rijksdienst van het wegverkeer, die onnodig veel vermogen hebben en dito vervuiling veroorzaken? En met trots werd deze week gemeld dat we het duurste OV land zijn van Europa. Waarom? Waarom stimuleren we het gebruik van bus, trein en metro niet wat meer, dan telkens de prijzen te verhogen en het onaantrekkelijk te maken?
Het zal wel komen omdat de vroempartij aan de macht is. Wat een particulier automatisch wapen is in het land van Trump is de auto van onze regering. Iedereen weet dat het fout is, maar: afblijven!
Ik zal wel een mietje zijn, maar een auto is voor mij niet belangrijk. Ik heb zeker geen hekel aan autorijden, maar waardeer vooral het functionele van dit vervoermiddel. Je kunt een aantal personen meenemen, je kunt wat spullen erin kwijt en je bent in een redelijk voorspelbare tijd aanwezig op de plek van bestemming, al is dat door de toenemende files een stuk minder geworden. Als ik een auto zou bezitten of in ieder geval beschikbaar zou hebben waarbij ik niet zelf hoef te rijden, maar technisch veilig wordt bestuurd door robots, dan zou dit voor mij een goede oplossing zijn.
Autorijden moet geen adrenalineshot zijn, maar louter functioneel. En al diegenen die een grote, sterke auto erotiserend vinden of verslaafd zijn aan de opwinding van het scheuren, raad ik aan het rijden op circuits als nieuwe hobby aan te meten. Val de maatschappij er niet mee lastig en mij al helemaal niet.
Ik hoop dat het huis-aan-huisblaadje wat aan realiteitszin gaat doen en in 2019 betaalbare, zuinige en milieubewuste auto’s recenseert, waarmee ze ook veel beter aansluiten op hun lezerspubliek, die het krantje voornamelijk openslaan om zo goedkoop mogelijk aanbiedingen te kunnen scoren.