Ondemocratische Verkiezingen

Als ik niet geweten had dat de verkiezingen afgelopen week ging om tot een nieuwe bezetting van de Provinciale Staten en de Waterschappen te komen, had ik gedacht dat het om de Tweede Kamer ging.
Zelden heb ik zo weinig voorbereid het stemlokaal betreden. Door het geweld van de landelijke politici waren de regionale belangenvertegenwoordigers nergens te zien: ja, op de regionale zenders, maar die knop is niet standaard op radio en TV.

Laten we beginnen met de Waterschappen. Vol trots wordt er altijd beweerd dat deze verkiezingen zowat al bestonden voordat het woord democratie werd uitgevonden. Waterschappen zijn georganiseerd rond de lopen van rivieren en overstijgen daarmee de grenzen van provincies. De nitwits die dit willen samenvoegen met de provincies weten niet waarover ze praten. In 1950 waren er nog 2600 waterschappen en nu nog 21. De rivieren zijn niet allemaal gedempt, maar men heeft besloten om niet elke sloot meer te voorzien van zijn eigen bestuur. Maar waar kiezen we voor? Pas vanaf 2004 doen ook politiek partijen mee en wordt er niet meer alleen gestemd op individuele personen. Wie dit verzonnen heeft is ook niet bij de les geweest. De individuele personen zullen zeker een verwantschap hebben met het onderwerp, maar een politieke partij? Ik neem aan dat rood, groen, paars en bruin allemaal droge voeten willen of voldoende water. Ik zie hier totaal geen politieke voedingsbodem. Door politiek hierin te betrekken wordt de kwaliteit van de afvaardiging ondergeschikt aan een politiek belang. Oh, by the way, het bestuur van de Waterschappen wordt deels niet democratisch bepaald, omdat leden vanuit belangengroepen direct in het algemeen bestuur worden geplaatst. Men zit politiek nogal in de maag met deze Waterschappen. Persoonlijk vind ik dat gezien de geografische afhankelijkheid de Waterschappen geen provinciale aangelegenheid is. Het gelijktijdig kiezen van Waterschap en Provinciale Staten suggereert een niet bestaande verbondenheid. Maar zouden we afzonderlijk moeten kiezen voor de Waterschappen dan stemde er helemaal geen mens.

We hebben een landelijk overheidsorgaan dat Rijkswaterstaat heet. Laat die de regie voeren over de resterende Waterschappen en laten we alstublieft deze technische uitvoeringsinstanties niet verder politiek gaan laden. Gewoon vertegenwoordigers en deskundigen benoemen. Dat politieke gedoe leidt tot niks.
Dat zie je dan ook bij de Provinciale Staten, waarvoor we ook moesten kiezen afgelopen week. In de Provinciale Staten zijn landelijke en provinciale partijen vertegenwoordigd. Die houden zich bezig met belangrijke zaken zoals het bewaken van het geld dat ze kregen bij het verkopen van de energiebedrijven. Maar het enige waarvoor ze echt bestaan is het kiezen van de Eerste Kamer. De onafhankelijke politieke partijen komen er bij de Provinciale Staten er meestal nogal bekaaid vanaf en mogen wellicht één zetel gaan bemensen in de Eerste Kamer. Dat betekent dat door de getrapte verkiezingen nu een soort tussenbalans wordt opgemaakt voor het beleid van de regering en de Tweede Kamer.
Gevolg is dat de protestpartijen hun kans schoon zien om roet in het kabinetsbeleid te gaan strooien.

De Eerste Kamer kan wetten tegenhouden of aannemen, maar niet wijzigen. Dan moet het terug naar de Tweede Kamer. Formeel was de Eerste Kamer ervoor om de gemeenschap te vrijwaren van onbehoorlijk beleid door niet-uitvoerbare wetten er proberen door te krijgen. Politiek zou hier verder niet bedreven worden. Maar in de praktijk ontwikkelt de Eerste Kamer zich zoals het model in de Verenigde Staten, waarbij de politieke verhoudingen in de Senaat bepalen of een wet doorgang vindt en de uitvoerbaarheid van de wet van ondergeschikt belang is. Als dan die Eerste Kamer zo direct invloed heeft op het beleid dan wil ik als kiezer ook direct kunnen kiezen. De omweg via de Provinciale Staten slaat nergens op en zorgt voor misvattingen. Als kiezer weet ik dat mijn provinciale stem effect heeft op het landelijk beleid, maar moet daarmee in het stemhokje het provinciaal belang wegcijferen als ik de regering wil afrekenen. En wie wil dat nu niet? Er zijn altijd redenen om het beleid te keren voor een deel van het electoraat. Ik vraag me af of ik de volgende keer gemotiveerd genoeg ben om aan deze poppenkast mee te willen doen.

Tijdens deze verkiezingen werd het Forum voor Demagogie (euh…) de grote winnaar als protestpartij.
De Uil van Minerva bereikt er volgens Maarten van Rossem alleen maar mee dat er eigenlijk een ruk naar links wordt gemaakt. De regering is nu afhankelijk van de steun van GroenLinks en PvdA in de Eerste Kamer. De niet-onderhandelbare principes over Europa, het klimaat en de arbeidsmigranten van het FvD en Wilders zorgen ervoor dat er geen samenwerking zal worden gezocht met deze protestpartijen. En zoals Maarten van Rossem al aangaf: “We hebben er weer een carnavalspartij bij”.

 

Beoordeel dit bericht

Eén antwoord op “Ondemocratische Verkiezingen”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *