Eigenlijk ben ik nooit ziek. Tenminste zodanig ziek dat ik niet kan werken. En dat komt door mijn werk. Ik heb een uitstekende werkgever die het beste met me voor heeft. Die wil met mijn zittende beroep mij aansporen tot een gezond leven met sporten en mindfulness. Een gezonde geest in een gezond lijf. Dat heeft bij mij in het geheel niet het gewenste effect. Waar bij sportliefhebbers de dopamine uit hun oren spuit als men sport, word ik er depressief van en raak ik in no time geblesseerd. De meeste begeleiders in de gezondheidssfeer, zoals fysiotherapeuten, hebben voor elk gezondheidsprobleem maar één oplossing: bewegen. En dan nog het liefste sportief en in competitieverband.
Ze kijken je dan verheerlijkt aan als ze beginnen over bootcamps, survivaltochten en stormbanen terwijl ik dan een PTSS-aanval krijg van herinneringen aan de gymles op school. Met sport maakt jouw lichaam volgens hen nog meer van die mooie geluksstofjes aan, waardoor je jezelf goed gaat voelen. Meestal gaat bij mij alles goed als ik dat niet teveel doe. Ik ben ook van mening dat te grote inspanningen slecht zijn voor het hart. Natuurlijk moet het hart wel iets doen, maar het hart is net een motor; hoe meer slagen het maakt, hoe eerder het kapot gaat. Ik voel bij veel bewegen alleen wanhoop, stress en vooral veel spierpijn. Hoe eerder de ellende over, hoe liever ik het heb. Zou ik nu meedoen met de gezondheidsgolf, dan word ik waarschijnlijk gek genoeg zeker ziek. Zelfs de coronacrisis zorgt er momenteel voor dat ik wel kan werken, maar eigenlijk fysiek daartoe niet in staat ben. Omdat het thuiswerken nauwelijks een fysieke belasting is, kan alles gewoon doorgaan. Op kantoor zou ik honderden meters moeten lopen, wat er momenteel niet in zit.
Er is namelijk wel degelijk iets aan de hand. Al maanden ga ik strompelend door het leven als gevolg van een versleten heup, die in progressieve vorm mij ongemak en pijn bezorgt. Het verslijten is zeker niet gekomen door overbelasting, maar het zou ook een erfelijke basis kunnen hebben. Vooralsnog hield het medische gilde de boot af en moest ik er maar aan wennen. Ik was te jong voor een nieuwe heup en by the way: het wordt wel alleen maar erger. Ik kon pijnstillers krijgen, maar ook hier was de voorspelling dat het lichaam hieraan zou wennen en ik telkens zwaardere medicijnen zou moeten gaan slikken. Ik was te jong voor een nieuwe heup, omdat een heupprothese ongeveer 15 jaar mee gaat en ik dan tegen mijn 80e opnieuw geopereerd zou moeten worden. Met overgewicht en diabetes vond men dat geen goed idee. Kortom: een heerlijk vooruitzicht. Ik leef nu en heb nu nog energie en zin om zaken aan te pakken. Als ik niet aan die heup geholpen word, dan zal mijn wereld hoe langer hoe kleiner worden. Tel daarbij ook nog eens dat ik vanaf februari al hooikoortsverschijnselen heb en sinds kort ook geen smaak en geur meer heb én dat ik sinds gisteravond ook nog eens last heb van een jichtaanval in mijn rechterenkel, dan valt het alles mee dat ik momenteel niet suïcidaal ben.
Sterker nog, ik ben best wel opgetogen. Zeker niet rondom het wegvallen van geur of smaak, want dat is voor een Bourgondiër als ik een ramp.
Maar gistermorgen kreeg ik na een herhaalbezoek in het ziekenhuis te horen, dat ik toch een nieuwe heup ga krijgen. Niet dat zo’n grote ingreep iets is om naar uit te kijken, maar het idee dat ik daarna weer pijnloos kan bewegen en dingen kan gaan doen, stemt mij vrolijk. Helaas is er door de corona een lange wachtlijst en zal het pas in de winter gaan plaatsvinden. Dat is dan weer jammer.
We zijn momenteel thuis bezig om onze benedenverdieping op te knappen en door mijn beperkingen ben ik daarbij geheel aangewezen op derden. Dat ligt niet echt in mijn aard om dat te willen. Maar ook dit zal ik moeten aanvaarden.
Ik zit dus in de lappenmand. Voor het eerst in mijn leven ga ik serieus onder het mes en dat gaat dan waarschijnlijk plaatsvinden in het laatste jaar van mijn werkende leven. En dan moeten er niet teveel nieuwe coronagolven komen, anders duurt alles nog veel langer. Dus als iedereen zoveel mogelijk thuis blijft werken-zoals ik- en die 1,5 meter afstand in acht houd, ben ik over een klein jaar weer een jonge god. Dank je wel alvast.