Leeg

We zitten opgesloten. Een gedeeltelijke lockdown kluistert je aan je huis. We zijn niet opstandig of tegendraads, waardoor in ons kleine huishouden: man en vrouw er al sinds maart niet veel gebeurt. Mijn vrouw werkt niet meer en is graag in huis en kan zich heel goed alleen vermaken. Voor haar is deze situatie niet zo’n opgave. Hoewel ook een aantal van haar projecten de mist in zijn gegaan. Bijvoorbeeld de expositie van een afgeronde textielkunstopleiding.
Ik zit anders in elkaar. Ik kan mezelf ook goed bezighouden tot op zekere hoogte. Ik zoek de interactie op om vervolgens me te kunnen terugtrekken en vervolgens mijn ding te gaan doen. Maar als er niemand is waarmee je in contact kunt komen of alle evenementen die input geven aan jouw initiatief zijn gecanceld, dan ben ik uiteindelijk op mezelf aangewezen. Daar komt nog bij dat ik onlangs geopereerd ben aan mijn rechterheup en de komende tijd niet mobiel ben: niet autorijden, niet fietsen, alleen lopen met 2 krukken. Dat maakt de wereld nog kleiner.

Mensen uitnodigen mag, maar wordt afgeraden. Dat doen we daarom maar niet teveel. Ik behoor tenslotte ook tot de risicogroep, dus liever niet teveel sociale contacten.
Nu ik min of meer gehandicapt aan huis gebonden ben, moet mijn vrouw mijn klussen opknappen: boodschappen doen, eten klaar maken, vuilnis buiten zetten etc. Dat is voor haar ook nieuw. We kennen elkaar al meer dan 33 jaar en ieder heeft sindsdien zo zijn eigen takenpakket. Wat voor mij vanzelfsprekend is, is voor mijn vrouw vaak nieuw.
Wat moet ik halen voor boodschappen, wat eten we vandaag? Ze komt nu vaak met teveel spullen thuis, om er zeker van te zijn dat ze genoeg heeft en niet opnieuw naar de winkel hoeft. Het is goed bedoeld en het lijkt efficiënt. Ik weet echter dat dit niet werkt. Teveel spullen betekent dat zaken te lang moeten worden bewaard. De smaak wordt minder en je moet op het einde wellicht zaken gaan weggooien. Of je eet veel meer dan goed voor je is, zodat het niet kan bederven

Zoals wij normaal leefden, leefden we van de ene dag in de andere. Dan besloten we voordat ik boodschappen ging doen wat we gingen eten die dag. Als we er niet uitkwamen dan besloot ik het in de winkel. Dat werkt nu even niet. We hebben nu een bedrijf ingeschakeld dat recepten en benodigdheden bezorgt voor vier dagen in de week. Voordeel is dat je niet elke dag hoeft te beslissen wat je gaat eten, de hoeveelheden kloppen en je eet zeer gevarieerd. Mijn vrouw maakt het klaar en eerlijk is eerlijk: we eten telkens wat nieuws en over het algemeen is het erg lekker. Wellicht een blijvertje, ook na mijn revalidatie.

Op vakantie zijn we dit jaar niet geweest en de keren dat we dit jaar uit eten zijn geweest is op één hand te tellen. We hebben wel onze keuken en woonkamer opgeknapt. Maar dat was al gepland voor de coronacrisis. Door de crisis heeft dit alleen veel langer geduurd.
Op vakantie gaan zal er niet meer inzitten. Pas in november mag ik weer autorijden en wat er met de lockdown gaat gebeuren is afwachten. Zolang de pandemie niet is bedwongen is reizen sowieso af te raden. Ik ben bang dat we het dorp nauwelijks meer uitkomen dit jaar. Het is zelfs zo erg dat ik vanaf half december al vrij moet nemen om te voorkomen dat mijn vakantiedagen verdampen.

Werken doe ik al vanaf maart thuis. In aanloop naar mijn pensioen over minder dan 1,5 jaar werk ik nu 28 uur per week. Nu in deze revalidatieperiode werk ik iets minder. Oefeningen, fysiotherapie, vermoeidheid en slecht slapen zorgen ervoor dat een hele dag werken nog te veel is. Mijn werk geeft me echter wel de meeste afleiding. Op je smartphone kijken, wat lezen en TV kijken is op den duur ook retesaai. En zeker als je geen krant kan openslaan of tv-programma kan bekijken zonder geconfronteerd te worden met het Covid-19 virus blijkt het werk nog het spannendst. Dat kan gewoon doorgaan en ik ben momenteel erg gemotiveerd om er ook flink de schouders onder te zetten.
Maar over 1,5 jaar is dat ook afgelopen. Aangezien ik in ons dorp nogal actief ben heb ik me geen moment druk gemaakt over mijn tijdsinvulling als het pensioen er eenmaal is. Wel moeten de omstandigheden dan wel echt anders zijn dan nu, anders moet ik gaan overwegen mijn pensioen uit te stellen. Omdat ik met 65 jaar stop is er eigenlijk sprake van een prepensioen. Formeel zou ik moeten werken tot 66 jaar en 10 maanden.

Ik mag hopen dat tegen de tijd dat ik stop de coronacrisis achter ons ligt en ik me weer actief kan gaan inzetten op verschillende plekken.
2020 zal de boeken ingaan als een leeg jaar, zonder hoogtepunten, maar wel dieptepunten. Doordat er niets gebeurt ben ik dit jaar mijn gevoel van tijd ook kwijt. Geen enkel referentiepunt dit jaar zorgt ervoor dat de tijd voorbij sluipt. Het is nu al oktober en er is nog niets gebeurd.

En dan mogen we van geluk spreken dat we in Nederland leven en nog het e.e.a. geregeld wordt voor de slachtoffers van deze crisis. Zelf zijn we financieel niet geraakt door deze crisis: we zijn niet werkeloos geraakt en alles gaat gewoon door. We hebben besmetting tot op heden ook kunnen vermijden.
Maar 2020 is een verloren jaar. Ik mag hopen dat we er hier niet meer van krijgen.

 

Beoordeel dit bericht