Versnippering

We hebben genoeg politieke partijen en ook genoeg omroepen. Sterker nog er zijn er in mijn ogen veel te veel partijen en omroepen. De overeenkomst tussen de omroepen en politieke partijen is dat er voor elk maatschappelijk onderscheid een omroep of politieke partij in het leven wordt geroepen. In zowel de kamer als in het publieke omroeplandschap gaat het om de verdeling van de capaciteit. In de tweede kamer gaat het om 150 zetels en in TV-omroepland om 3 x 168 uur, waarvan ongeveer 105 uur in totaal de moeite waard zijn. Er zijn grenzen. Er mogen niet meer dan 8 publieke omroepen zijn. Er zijn er momenteel 6. Daardoor zijn de Tros en Avro gefuseerd en ook BNN en Vara en de NCRV met de KRO. Op zich lijkt dit dan behoorlijk beperkt, maar iedere groepering kan een aspirant omroep starten mits hij meer dan 50.000 leden achter zich heeft.

In deze wachtkamer zitten WNL, Human en PowNed en worden daar nu ook Zwart en Ongehoord Nederland aan toegevoegd, zoals het ernaar uitziet. Deze moeten samenwerking zoeken met de grote publieke omroepen om zendtijd te krijgen.

De publieke omroep heeft bij de laatste mediawetswijziging een duidelijkere opdracht. De kerntaak is om programma’s te maken met een educatief, informatief of cultureel doel. Amusement is alleen toegestaan als het bijdraagt aan deze doelen. Hierdoor gaat de publieke omroep zich duidelijker onderscheiden ten opzichte van de commerciële omroepen.
Dit is een mooi streven. Maar waarom hebben we dan programma’s als De Bluffers, Showcolade, of First Dates op de publieke omroep? Moeten we als belastingbetaler daarvoor betalen?

Naast de publieke omroepen zijn er ook externe producenten. Producenten en andere partijen kunnen hun programma-ideeën voortaan ook direct bij de NPO aanbieden. Voorheen kon dit alleen bij de omroeporganisaties. Hierdoor komt er meer ruimte voor producenten en ontstaat er creatieve competitie tussen programmamakers. Dit zorgt voor vernieuwende en aansprekende programma’s.

Ondanks al deze regelgeving zijn er nu aspirant-omroepen die vinden dat ze geen publieke taak hebben, maar een belangengroepering vertegenwoordigen. Zo worden nu ‘Zwart’ en ‘Ongehoord Nederland’ in de etalage gezet. Wat mij betreft voegen deze omroepen niets toe. Ze vinden beide dat over bepaalde onderwerpen er geen gehoor is binnen het huidige bestel. Ongehoord Nederland koeren de complotdenkers van FvD na, vereenzelvigen zich met de ongrondwettelijke ideeën van de PVV en pikken links en rechts een ultrarechts graantje mee uit het SGP front als het gaat om levensbeschouwelijke standpunten. Feitelijk een podium voor ultra rechts en daarom een politieke stroming in plaats van een omroep. Bij ‘Zwart’ wordt gepredikt dat de bestaande omroepen te weinig inclusief zijn en discriminerend. Omroepen moeten een educatief, informatief en cultureel doel hebben. Het is een publieke omroep, dus eenzijdigheid hoort daar niet bij. Ook zou de algemene ledenvergadering van de bestaande omroepen, het laatste woord moeten hebben als zou blijken dat er te weinig aandacht is voor bepaalde minderheden of standpunten. Dit moet geschieden op basis van hoor en wederhoor. En als men vindt dat de publieke omroepen links zijn, dan is dat onterecht. Als het betekent dat je links bent als je binnen de lijntjes kleurt dan geeft dat te denken. Ben je het met het beleid niet eens, zorg dat de omroepverenigingen de leiding corrigeren.

Minister Slob mag wat mij betreft de toegang tot het bestel van beide omroepen blokkeren. Ik ben alleen bang dat dit niet gaat gebeuren.

Binnen de politiek is het al niet veel beter. We hebben inmiddels in de Tweede Kamer 17 partijen zitten. En dit is een selectie uit vele tientallen. Voor elke kleur poep is een politieke partij bedacht. De meeste kleine partijen zijn one-issue partijen. Alhoewel een politieke partij het gehele land moet bedienen en op alle beleidsterreinen een visie moet hebben, zijn er partijen voor minderheden, dieren, ouderen etc. Zeker in deze woelige tijden waarbij een constructief kabinet moet worden geformeerd is deze versnippering zeker geen zegen. Aan de ene kant wil men een nieuwe bestuurscultuur gaan introduceren, waarbij een dichtgetimmerd regeerakkoord nicht im frage is. maar aan de andere kant wil een kabinet ook niet telkens hoeven te sprokkelen om een meerderheid te krijgen voor lange termijn beleidsvoorstellen. Met een dichtgetimmerd regeerakkoord ontneem je de coalitiepartijen in de Tweede Kamer de ruimte om als controlerende volksvertegenwoordigers te opereren. Er zullen spindoctors moeten worden ingezet om mogelijke afvalligen te sensibiliseren. Dat klinkt niet goed. Met de wildgroei van het aantal partijen is het zelfs moeilijk om op grote lijnen een regeerakkoord te bereiken. In bepaalde gevallen bereik je een meerderheid met een heel andere achterban dan de gebruikelijke coalitie. Het dualisme zou sterker moeten worden doorgevoerd. De Tweede Kamer moet vrijelijk kunnen debatteren over de onderwerpen. Bij uitvoering van beleid zouden ze zonder aanziens des persoons of politieke achtergrond de uitvoering controleren.En aan het gekrakeel bij die kleine partijen die vaak weer opsplitsen zou een halt toegeroepen moeten worden. Tweede Kamerleden zouden alleen mogen afsplitsen als ze persoonlijk genoeg voorkeurstemmen zouden hebben. Is dat niet het geval dan zullen ze bij vertrek uit een politieke partij de zetel terug moeten geven aan de partij. Want een afgesplitst kamerlid, waarop nog geen 500 mensen hebben gestemd is geen volksvertegenwoordiger. Dat zou ook weer wat rust geven aan het politieke front. En ondanks dat ik voorstander ben van enige mate van diversiteit, zou ik er wel voor willen pleiten dat er niet meer dan 12 partijen in de kamer mogen plaatsnemen. Wat dat betreft hebben de omroepen de wildgroei van versnippering nu beter onder controle dan de politiek.

Ik ga het rode potlood alvast slijpen.

Beoordeel dit bericht