Energie kost geld; heel veel geld. Het grootste nadeel van energie is hetzelfde als van eten: als het er niet is, valt alles stil. Het is daarom ook iets waar je van te voren sterk rekening mee moet houden: welke energie gebruik ik, hoe gebruik ik het, welke vorm heb ik nodig, waar kan ik het kopen en blijft het betaalbaar?
Van oudsher had de Nederlandse Staat hierin een leidende rol. Energie werd gezien als een randvoorwaardelijke nutsvoorziening en dat kon je in de ogen van de regering -pakweg 60 jaar geleden nog- niet overlaten aan de commerciële cowboys. Het risico dat bedrijven omvallen en we verstoken blijven van brandstof is een horrorscenario. De overheid heeft daarom besloten in ieder geval eigenaar te blijven van de energie-infrastructuur. Anders dan bij ons informatienetwerk zoals glasvezel, dat al direct in handen is van commerciële aanbieders. Tot voor 60 jaar geleden hadden we in de dorpen en steden gemeentelijke energiebedrijven.
Zo ook in mijn woonplaats waar twee enorme gashouders zorgden voor de opslag van mijngas voor de huishoudens tot begin jaren 60 van de vorige eeuw. Was je niet aangesloten op het gasnet dan kon je het huis verwarmen met olie of steenkool. Met de laatste twee energiebronnen was je niet afhankelijk van generieke infrastructuur; dat regelde je zelf. Met de komst van aardgas in 1963 werd de energievoorziening centraal en verdwenen de gashouders. Tot op dat moment werd de energiesector nog niet gezien als een markt en waren bijvoorbeeld milieu en klimaat geen issue, maar ook geld niet. De kosten rustten op de rijksbegroting en de belastingbetaler betaalden deze langs politieke besluiten. Was het nog maar zo. Want onder druk van Europese regelgeving werd de energie een open markt om concurrentie mogelijk te maken. Concurrentie zou betekenen dat de consument profiteert, maar de praktijk heeft geleerd dat de winstcijfers van de energieaanbieders een stuk belangrijker zijn dan de bevolking te voorzien van een nutsvoorziening. De directeur van ons plaatselijke energiebedrijf was een ambtenaar met een dienstwoning en een kleine auto van de zaak, maar was geen sponsor van een voetbalclub of een stadion. Energie is een stuk duurder geworden en de invloed van regeringen op het aanbod wordt steeds kleiner. En dat is niet handig als regeringen samen besluiten om energieverdeling te herzien en afspraken gaan maken zoals klimaatakkoorden. Hadden ze vroeger volledig controle over de gehele keten; nu zijn ze afhankelijk van de energieleveranciers. En door politieke besluiten wordt er bijvoorbeeld minder en uiteindelijk geen gas meer opgehaald uit de verzakkende bodem in Groningen en moeten we gas kopen van Poetin, waarmee we speelbal worden in een internationaal gevecht. Als dan blijkt dat de prijs van gas omhoog gaat besluiten de leveranciers om het vuur in de centrales niet met gas maar met steenkool te gaan opstoken: veel goedkoper en noodzakelijk om de aandeelhouders tevreden te stellen en wellicht ook nog wel een heel klein beetje om de rekening aan de burgers niet teveel te laten oplopen.
Daar ga je met je politieke doelstellingen om fijnstof- CO2 en andere broeikasgassen te reduceren voor een bepaalde datum. Het zal een heel politiek gevecht worden om die milieudoelstellingen te halen. De invloed van de overheid is simpelweg te klein om die doelstellingen te halen. Men trekt een grote broek aan, maar zitten niet aan het stuur.
Lang leve de privatisering!
Wat betreft de infrastructuur -waarover de overheid nog wel iets te zeggen heeft- gaat het ook helemaal mis. Ook hier weer prachtige vergezichten dat we in 2035 geen auto’s meer mogen verkopen die op fossiele brandstoffen rijden en dat we X-procent op moeten wekken met wind- en zonne-energie, maar men vergeet dat al deze energie toegevoegd moet worden aan het inmiddels verouderde en ontoereikende energienet. Er moeten bijna 2000000 laadpalen in pakweg 15 jaar worden geplaatst. Geen idee hoe we dit moeten realiseren en naast de netproblemen is ook de plaats een groot vraagteken. Nu al hebben we te weinig parkeerplaatsen en doordat we er nu twee soorten krijgen gaan die plekken nog meer ruimte innemen. En dat in een land dat al vol is.
Omdat we op de infrastructuur van de energiesector als regering nog wel invloed hebben , moeten we als een haas hier goede plannen voor bedenken en uitvoeren. Inderdaad dit kost veel geld en is niet populair. De burger vindt ook dat we energie- en klimaatbewuster moeten zijn, maar is vooralsnog niet van plan dit te betalen: dat moeten zij maar doen. Ze vergeten dat uiteindelijk de klant betaalt en dat is de burger. Geen populaire doelen voor de grootste partij van Nederland die zich de vroempartij noemt en nog steeds politiek aan zet is.
Ik krijg zelfs de indruk dat de formatie van een nieuw kabinet Rutte IV op allerlei manieren gefrustreerd wordt om tijd te winnen om vooral niets te doen. Dan kan men achteraf zeggen dat het halen van doelen niet mogelijk is omdat de tijd op is.
De schuld daarvan ligt dan volgens Rutte bij de linkse partijen: die wilden niet meewerken.