Fatsoen

Wanneer je ooit besluit in de politiek te gaan als volksvertegenwoordiger dan doe je dat omdat je het volk wil vertegenwoordigen. En als je een volk vertegenwoordigt, dan cijfer je jezelf weg. Dan weeg je af wat al die mensen willen en vanuit de politieke overtuiging die je hebt, vertaal je de wens van je kiezers of eigenlijk alle mensen in beleid. Zonder wrijving geen glans, dus om je punt te maken zal je best wel eens een stevig debat moeten voeren met je politieke tegenstanders. Als je dit volgens de geldende spelregels doet, doe je dit door argumenten in te kleden en uit te wisselen. Uiteindelijk zal de meerderheid van de stemmen bepalen wie er gelijk krijgt. Als je deze manier terugleest kun je je niet voorstellen dat er Kamerleden zijn die hun politieke tegenstanders verwensen dat ze voor een tribunaal zullen moeten verschijnen vanwege hun mening. Behalve als je aangesloten bent bij het Forum voor Demagogie, sorry democratie. Dan mag je de hele wereld voor rot schelden en bedreigen als je het ergens niet mee eens bent. De qua ledenpartij grootste van Nederland -bijna net zo groot als nummer 2 en 3 samen- vindt dit blijkbaar normaal.

Die mogen maar roepen wat ze willen in de kamer. Ze worden niet echt tegengehouden door de D66-kamervoorzitster, omdat de signalen die de FvD kamerleden afgeven eigenlijk niet zo hard binnenkomen bij liberalen. Of is ze gewoon bang voor deze barbaren? Waar gaat dit naar toe?

Volgens mij moet een woordvoerder in de kamer altijd het woord richten via de voorzitter in een beleefdheidsvorm. Het rechtstreeks aanspreken van de andere Kamerleden is er niet bij, evenals het noemen van voornamen en het tutoyeren. Tot nu toe blijkt dat de overtreding op deze regel enkel wordt afgestraft met een vermaning. In mijn optiek zou men hiervoor een gele kaart moeten krijgen, die geldig blijft zolang het Kamerlid in de kamer zit. Een gele kaart moet dan zichtbaar worden getoond als er onderschrift komt bij bijv. TV beelden waar de naam van het Kamerlid zichtbaar is. Eigenlijk zoals bij voetbal. Iedereen weet dan dat je te maken hebt met een onbehouwen boer als deze aan het woord komt. Die hoef je dan á priori niet zo serieus te nemen. De volgende keer wanneer het Kamerlid opnieuw in de fout gaat, krijgt hij (meestal een hij) een rode kaart en mag hij een maand de kamer niet binnenkomen. Afgevoerd door de parketwachten en inleveren van zijn toegangspas.

Als het over de bedreigende of beledigende inhoud van de boodschappen gaat naar collega Kamerleden, de ministers of de voorzitter, dan beroept men zich als eerste op het recht van vrijheid van meningsuiting dat garandeert dat burgers zonder vrees voor vervolging hun mening tot uitdrukking kunnen brengen. Dat geldt ook in de Kamer. Het woord ‘mening’ betekent volgens de online VanDale dat het de manier is waarop je over een bepaalde zaak denkt. Als je als Kamerlid dus iemand beledigt, bedreigt of te kakken zet, dan gaat dit dus niet over een zaak, maar over een persoon. Dat is geen zaak dus en dat valt dan niet meer onder de vrijheid van meningsuiting. Dat is een zaak van fatsoen. Een directe rode kaart zou ik zeggen. En aangifte bij de politie.

Natuurlijk wordt het hierdoor wel allemaal een stuk saaier. Het voordeel hierbij is dat de Kamer dan niet zo gauw een podium wordt om allerlei onderbuikgevoelens uit de maatschappij ongenuanceerd te ventileren. Opvallend is ook dat er in de agenda van de Kamer hoe langer hoe meer plaats is voor de waan van de dag. Zet de Telegraaf iets in chocoladeletters in de krant of is er ergens oproer, dan gaat het vanaf dinsdag nergens anders meer over in politiek Den Haag. Als gieren duiken Kamerleden op deze actualiteit. Om het hardst wordt er geschreeuwd om actie. Het gaat de kraaiers van deze boodschappen uit de Kamer maar om één ding: en dat is aandacht. De media smullen ervan en alle bagger die geuit is, wordt eindeloos herhaald op radio en TV en de social media krijgen een lange staart van nog smerigere reacties. Het podium voor deze bagger wordt hoe langer hoe groter.

Wat we vergeten is dat de kamer er voornamelijk is om kaders te scheppen en de regering te controleren en zich niet zo zou moeten laten verleiden om overal op in te springen. Handige influencers krijgen met de huidige manier van werken hoe langer hoe meer een podium, terwijl het meestal over incidenten gaat. Bij het vragenuurtje zou minimaal een maand bedenktijd moeten worden afgedwongen voor beantwoording, zodat het stof kan neerdalen en ieder zich even achter de oren kan krabben. Spoeddebatten alleen in ‘oorlogstijd’ toestaan, zou ik zeggen.
Het gevolg is dat meningen nu polariseren, de wereld verruwt en de werkelijk uit te voeren acties slecht doordacht en overhaast ingevoerd worden.

Wanneer staat er nu eens iemand op die deze show stopt?
Misschien ook wel handig als we eerst een regering hebben.

 

Beoordeel dit bericht

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *