Gemeenteraadsverkiezingen

Deze week zijn er gemeenteraadsverkiezingen.
De grootste ergernis aan deze verkiezingen zijn de landelijke kopstukken van landelijk opererende partijen, die het land intrekken om zogenaamde de lokale politieke afgezanten een hart onder de riem te steken en wellicht de kiezer te verleiden op hun partij te stemmen. Ik ben er nooit een fan van geweest. Ook debatten op TV tussen landelijke politici in het kader van de gemeenteraadsverkiezingen draaien steevast uit op nationale of internationale thema’s, waarmee de lokale situaties niet aan de orde komen. Daarmee schept men verwarring en de kiezer wordt in verleiding gebracht om die nationale of internationale aandacht te vertalen naar hun eigen stad of dorp. En dat is totale onzin.

De lokale partijen spinnen hier garen bij, want die vergroten dit verschijnsel uit en roepen daarbij dat de lokale afdelingen van nationale partijen marionetten zijn van Den Haag en lokale politiek een bijzaak is. Ikzelf heb jaren meegedraaid met een landelijke politieke partij en weet dat de lokale politici maar met één ding bezig zijn en dat is hun eigen dorp. De landelijke politieke kleur geeft alleen aan vanuit welke ideologie politiek bedreven is. Een plaatselijk gemeenteraadslid of plaatselijke wethouder heeft echt geen tijd en energie om regelmatig indoctrinatiesessies vanuit Den Haag te volgen. Het hart van deze politici slaat echt alleen voor de plaats waarin ze opereren.
Waar lokale partijen ook onterecht de landelijke partijen van beschuldigen is dat ze gefinancierd worden vanuit Den Haag. Was het maar zo. Inderdaad is er een kleine geldstroom jaarlijks van een paar honderd euro vanuit het partijbureau naar het dorp, maar dat is maar een fractie van de contributie die de leden moeten ophoesten om lid te blijven van de partij. Ook landelijke politieke partijen zijn afhankelijk van lokale sponsoring van hun leden of sympathisanten. Dit is in tegenstelling tot lokale partijen, waarbij elke cent contributie direct in de eigen campagnes kan worden gestoken, naast sponsoring. Het enige voordeel van een landelijke partij kan zijn dat men adviezen kan vragen aan het wetenschappelijk instituut van de partij, maar in de 20 jaar dat ik betrokken ben geweest binnen een landelijke politieke partij is hier nooit gebruik van gemaakt.
Nostalgisch is het gebruik van verkiezingsposters en banners. Tot ongeveer 20 jaar geleden waren er A0 en A1 posters die met behanglijm op hardboard werden geplakt en rond elke boom of lantaarnpaal werden bevestigd. Zeker een partij als de SP was hier berucht om. Ook waren er toen nog ongeveer 25 plaatsen waar de partijen op een door de gemeente geplaatste stellage hun posters konden plakken. Beroemd waren de acties om over elkaars posters heen te plakken en daarmee onder vuur kwamen bij de concurrenten. Dat is allemaal niet meer. Op een paar plaatsen in de gemeente staan borden, waar net niet leesbaar de digitale posters worden afgedrukt op een groot zeil. De vraag is of deze manier van campagnevoeren eigenlijk wel iets oplevert anno 2022. Het was zelfs zo dat de zeilen tijdelijk werden verwijderd toen er wat stormen over ons dorp gingen.
Ook flyers zijn minder talrijk. Een flyer heeft als nadeel dat je elke brievenbus moet voorzien, maar dat je de brievenbussen met een mee-nee of nee-ja sticker om onbegrijpelijke reden moet overslaan. Blijkbaar vindt men politieke informatie op één lijn staan met het aanprijzen van spullen, terwijl deze informatie voor alle bewoners invloed zou kunnen uitoefenen op de invulling van een goed democratisch proces.
In de plaats van posters en flyers zijn de social media nu de plaatsen waar campagne wordt gevoerd. Bijna elke politieke partij voert forse actie op deze media. Behalve in Dongen dan de Ouderenpartij voor Dongen, want die zijn nog niet in het digitale tijdperk beland.
Een ander relatief nieuwcampagnemiddel is het spannen van banners. Vreemd genoeg wordt dit -onder bepaalde restricties- wel toegestaan en werd dit in het verleden voornamelijk door de VPD en de PvdA gedaan, nu heeft elke politieke partij er wel een paar hangen. Dat maakt de verkiezingen wel zichtbaarder.
Er zijn twee debatten geweest deze week, vlak achter elkaar. Eén, georganiseerd door de gemeente in De Cammeleur en één door De Restzetel bij het Cambreurcollege. De Restzetel is een gezelschap dat wekelijks via een podcast de Dongense politiek kritisch beschouwt. Het debat bij de Cammeleur kon je live thuis volgen via een stream. Jammer genoeg was dit helaas niet mogelijk bij het debat van de Restzetel.

Ik heb het debat in de Cammeleur thuis gevolgd en het werd geen vuurwerk. De overeenkomsten tussen de partijen qua aanpak van de lokale problemen is vergelijkbaar, al zijn er op voorspelbare punten wel verschillen. De verkiezingsprogramma’s beloven veel, maar eigenlijk zijn er nauwelijks middelen voor nieuw beleid.
D66 spant met een verkiezingsprogramma van 54 pagina’s op onbegrijpelijk C1-taalniveau de kroon. Ze kondigen hierin tal van onderzoeken en commissies aan en maken het weinige geld wat er is hieraan volledig op. Het is blijkbaar belangrijker om te weten wat de bewoners willen, dan werkelijk iets uit te voeren. Ik hoop dat als ze in de coalitie terecht komen, ze daadkrachtiger zijn.

De andere partijen beloven veel, maar hebben hiervoor wat minder tekst voor nodig dan D66 en als alles wat er in de programma’s staat uitgevoerd zou moeten worden, dan mogen de algemene middelen wel verdrievoudigd worden. Van de ouderenpartij heb ik na twee e-mails naar de beide kandidaten nog niets gehoord. Zelfs geen rooksignalen. Vreemd dat deze partij na de verkiezingen waarschijnlijk toch weer enkele zetels gaat bezetten. Afgezien wat ze in de debatten hebben verteld heeft de kiezer geen idee waarvoor ze staan. Waarschijnlijk de ouderen…..

Opvallend is dat zowel de VVD als het CDA met een totaal nieuwe kandidatenlijst zijn gekomen. Vooral de jonge lijsttrekker van het CDA valt op. Tijdens de debatten was hij scherp en welbespraakt. Het is voor de partij maar te hopen dat de beoogde fractievoorzitter het gemeenteraadswerk kan blijven combineren met zijn studie. Het lijkt me nogal een opgave.

Op links is het armoe in ons dorp. De PvdA bleek geen lijst te kunnen samenstellen en de SP is blijkbaar een stille dood gestorven. D66 zegt dat ze aan de linkerkant staan, zelfs binnen hun partij. Dat lijkt dus voor de linkse kiezer het enige alternatief, als we nog van links en rechts kunnen spreken.
Ondanks mijn kritiek op de programma’s en de marginale verschillen is het toch belangrijk dat iedereen naar de stembus gaat die mag stemmen. Weet je niet waarop je moet stemmen, gebruik dan de stemwijzer. Onze democratie is ons belangrijkste goed. Kijk maar wat er gebeurt in bijvoorbeeld Rusland als hier geen sprake van is.

Ik wens u veel wijsheid in het stemhokje.

KLIK OP ONDERSTAANDE KNOP OM DE MIJMERING TE BELUISTEREN

Beoordeel dit bericht

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *