Winst maken is voor vele bedrijfstakken een belangrijk doel. Vooral in de maak industrie is dit een zeer belangrijk maatgevend gegeven, zeker als het bedrijf beursgenoteerd is. Met de neo liberale wolk die de afgelopen decennia binnen politiek Nederland heeft rondgewaard, werd ook Nederland als een soort BV bestuurd. Dom natuurlijk, want een land is er niet op uit om op korte termijn veel ‘winst’ te maken, maar juist om een leefbare wereld voor ons nageslacht te realiseren. Helaas haal je met dat laatste geen stemmen mee. Moet je een belangrijke investering goedkeuren om de wereld te redden, dan wijst het huidige rechtse electoraat dit resoluut af, stelt het uit of zwakt het af. En de politicus zelf zit hier ook niet op te wachten. Goede kans dat de herverkiezing bij een volgende verkiezing door zo’n besluit door hem of haar op de buik geschreven kan worden; dit alles door gebrek aan korte-termijnresultaten.
Hoe langer hoe meer denken de mensen: na mij de zondvloed: erg overgewaaid uit de Verenigde Staten. Halverwege de jaren 80 kwam men daarom op het idee om de verkiezingsprogramma’s van de partijen door te laten rekenen door het CPB, het Centraal Planbureau. Dat leek een uitkomst.
Ik heb zelf nogal een carrière gehad die over geld en processen ging. Wat kost dit en wat kost dat? En hoe gaan we dit organiseren en daarbij moest ik vooral kijken naar de kostenkant. Hoe kunnen we diensten goedkoper aanbieden. Ik werkte niet in de maakindustrie, maar in de dienstensector, in mijn geval de financiële dienstensector. Belangrijk is bij procesinnovatie dat de gebruiker -zo worden de klanten van de diensten genoemd- de dienst als gemakkelijk ervaart; beter dan de oude processen. En dan kom je op een gevaarlijk terrein. Wanneer is iets beter? Wat de ene beter vindt, vindt de ander juist slechter. Binnen het bedrijf moesten de opbrengsten daarom worden ingeschat om de investering te kunnen verantwoorden. Dat gaf je ook ruimte om ongebreideld kosten te overschrijden. En is de winst voor het bedrijf dan de cruciale factor om het succes te bepalen? Bij een dienstensector is dat zeer onzeker.
En zo is het ook met de politiek. Het landsbestuur is één grote dienstensector en de opbrengst zit bijna uitsluitend in de beleving van de burger.
Lilian Marijnissen van de SP bracht afgelopen tijd een bericht uit dat ze haar verkiezingsprogramma niet liet doorrekenen door het CPB. Als Lilian Marijnissen iets zegt, ben ik het er bijna altijd mee eens. Het enige nadeel van haar is dat ze een marginale compromisloze partij achter zich heeft staan, waarmee je dus nooit de wereld kunt winnen. Een opmerkelijk bericht, omdat de meeste partijen vaak met enige trots de resultaten van de doorrekeningen van het Centraal Planbureau gebruiken als onderdeel van hun verkiezingscampagne. En uiteraard alleen als het gunstig is. Lilian vertelde dat de rekenmeesters van het CPB alleen rekening houden met rationele cijfers. Bijvoorbeeld: investeer je ergens 1 miljard, dan is dit probleem opgelost en de opbrengst is dat deze kosten uiteindelijk lager worden. Nergens straalt hiermee de ervaring uit van diegenen die onderdeel uitmaken van deze investering. Wat vinden de uiteindelijke klanten –de gebruikers- hiervan? En het mag voor de staat dan wel geld opleveren, maar mijn situatie verandert en is dat dan beter?
Vooral in dienstverlening en dus ook in de politiek is inderdaad zeker niet alles direct in euro’s te duiden. De beleving van de maatschappij is eigenlijk een veel belangrijke maatstaf dan de terugverdientijd. Zeker als je voorstellen doet die waarschijnlijk alleen erg veel geld kosten en de meetbaarheid van het resultaat van deze investering niet zo in geld is uit te drukken, kan ik begrijpen dat Marijnissen het CPB overslaat.
En dan hebben we als hoop voor de toekomst de nieuwe partij van Pieter Omtzigt. Hij wil afrekenen met het korte-termijndenken en probeert met zijn partij de ‘werkelijke’ problemen van de maatschappij aan te pakken. En dat zonder de angst om stemmen te verliezen. Dit lijkt op hoe politiek bedreven zou moeten worden. Staan voor de toekomst, leren van het verleden en nu een brug slaan om de toekomst beter te maken. Een uitspraak uit 1975, die ik ken van Broeder Clarentius van de pedagogische academie, om geschiedenisonderwijs te verantwoorden.
Grote misser is de naam van de partij. Nieuw Sociaal Contract, Op zich een duidelijke naam die aangeeft wat het hoofdthema is, maar waarom ‘Nieuw’? Gaat deze partij over 10 jaar Oud Sociaal Contract heten? Elke marketeer had Pieter kunnen vertellen dat het niet zo slim is om iets ‘nieuw’ te noemen als je een tijdje mee wil gaan. Maar ja, Pieter is ook wel een beetje eigenwijs.
Ook NSC zal de cijfers van het CPB moeten ontberen -hij is te laat- , maar Pieter is zelf een kundig rekenwonder. En blijkbaar zijn er al hele volksstammen het huidige stinkende politieke moeras al zo beu, dat ze poppetjes blindelings gaan vertrouwen, al heeft deze nog geen duidelijk programma gepresenteerd en is hij ook niet van plan de kar te gaan trekken. Hij gaat veel stemmen winnen.
Ik raad deze mensen aan om de film ‘Life of Bryan’ te gaan bekijken van Monty Python’s Flying Circus. Messias worden omdat iedereen jou als zodanig ziet, geeft grote problemen. Desondanks kun je wel 1,5 uur lekker lachen.